Bisten oardiele net – George Eliot
Overal in de wereld en zeker in ons dichtbevolkte land staat de soortenrijkdom onder druk. Dat geldt voor planten en dieren. Wij zien dat terug in de achteruitgang van het aantal weidevogels, vlinders en insecten de laatste decennia. Niet zonder reden werd in december 2018 het Deltaplan Biodiversiteitsherstel gelanceerd. It Fryske Gea steunt dit initiatief van harte en signaleert hier en daar gelukkig ook lichtpuntjes in haar natuurgebieden.
Metingen en analyses laten de afgelopen decennia afnames van insectensoorten in natuurgebieden zien die variëren van 54% (nachtvlinders) tot zelfs 72% (loopkevers). Dergelijke alarmerende cijfers zorgden ervoor dat kennisinstellingen, natuur- en landbouworganisaties samen eind vorig jaar het Deltaplan Biodiversiteitsherstel lanceerden. Kern is het stimuleren van alle grondgebruikers, waaronder boeren, natuurbeschermers, bedrijven en particulieren, om bij te dragen aan herstel van biodiversiteit. Kennisuitwisseling en voorlichting spelen daarin een belangrijke rol, maar ook monitoring is onderdeel van de aanpak.
STAAT VAN DE NATUUR. Hoe onze natuurgebieden er voor staan, meten we voor een belangrijk deel af aan de soorten en aantallen planten en dieren die we aantreffen. Insecten spelen daarin een essentiële rol. Ze zijn onmisbaar in ons ecosysteem. Als voedselbron voor zoogdieren en vogels. Als bestrijders van plagen. Maar ook als bestuiver van bloemen en voedselgewassen.
Deze en andere informatie verzamelen we via jaarlijkse inventarisaties waar ook in 2018 honderden vrijwilligers aan meewerkten. Bovendien kregen onderzoeksbureaus, waaronder Sovon Vogelonderzoek, FaunaX en Ravon, opdracht om inventarisaties naar reptielen, vogel- en insectensoorten, uit te voeren op onder meer Ameland, de Burd, Makkumersúdmar en het Easterskar. Zo werden we ook in 2018 weer geïnformeerd over de staat van de natuur op onze terreinen.
OPVALLENDE ONTDEKKINGEN. We vroegen Adviesbureau FaunaX in 2018 het voorkomen van libellen, dagvlinders, sprinkhanen te onderzoeken rond de Slachtedyk en in de Huitebuersterbûtenpolder en het Easterskar. En aanvullend naar bedreigde bijen op ’t Oerd en in het Ottema-Wiersmareservaat en de Lendevallei.
Opvallend resultaat was de talrijke aanwezigheid van de argusvlinder (150 exemplaren) en het hooibeestje (365 exemplaren) op de Slachtedyk. Van dezelfde argusvlinder, als ook het bruin zandoogje en groot dikkopje werden ook veel exemplaren gesignaleerd in het Easterskar. Ook de moerassprinkhaan liet zich hier zien. In de Huitebuersterbûtenpolder komt de kleine vuurvlinder opvallend veel voor.
In de onderzochte gebieden werden 74 verschillende soorten wilde bijen aangetroffen en in totaal 3539 exemplaren. Op de Slachtedyk werd een behoorlijke populatie van de zeldzame grashommel aangetroffen. Op de Huitebuersterbûtenpolder gold hetzelfde voor de moshommel en de geelstaartklaverzandbij. Onverwachts waren ook de ontdekkingen van de grote kegelbij op Oost-Ameland, twee distelbehangersbijen in de Lendevallei en een rosse kegelbij in het Easterskar.
Insecten spelen een essentiële rol
VOGELS. Op Oost-Ameland werden zeventien bedreigde, dan wel kwetsbare, broedvogels gespot. De blauwe kiekendief is hier verdwenen en van de velduil resteert slechts één paar. Daarentegen zorgt de verstruweling van de duinen er voor dat soorten als blauwborst, nachtegaal, roodborsttapuit en kneu toenemen. Met de lepelaar gaat het op de Hon onverminderd goed, met maar liefst 174 broedparen. Het lijkt er op dat de oeverzwaluw afgelopen jaar profiteerde van de warme zomer, de vogel deed het in meerdere gebieden goed.
Op de Burd bij Grou werden 59 soorten broedvogels genoteerd, waaronder 15 Rode Lijst-soorten. De herinrichting van het gebied maakte het geschikt(er) voor weide- en moerasvogels. Ook hier werden relatief veel oeverzwaluwen gesignaleerd, als ook graspiepers en grutto’s.
De soortenrijkdom van het Easterskar bleek in het verslagjaar iets afgenomen. Het gebied heeft te lijden onder verbossing en had het afgelopen jaar zeker ook last van verdroging. Het aantal water- en moerasvogels nam af. Net zo goed als er vis stierf door de deels droogvallende plassen en petgaten. Desalniettemin telt het gebied nog twintig Rode lijst soorten. Ook de spotvogel, nachtegaal en kneu doen het hier, tegen de landelijke tendens in, goed.
Opmerkelijk was ook het broeden van een kwartelkoning op de gemaaide Bûtlannen aan de zuidkant van de Fluezen.
REPTIELEN. Ravon onderzocht in het verslagjaar de reptielenpopulaties in het Easterskar. En dan met name de omvang, de vitaliteit en hoe verschillende soorten gebruik maken van het natuurgebied. Met die informatie kunnen we de populaties beter in stand houden en wellicht versterken. In het voorjaar werden er in het gebied alleen ringslangen gesignaleerd. De droogte bleek niet gunstig uit te pakken voor met name adders. Al werden ze wel gesignaleerd, evenals levendbarende hagedissen. De camera bij de reptielentunnel onder de Scharweg leverde unieke beelden op van adders, ringslangen en ook muizen, kikkers, vogeltjes, boommarters en zelfs een kwartelkoning.
WEIDEVOGELS. In 2018 ook weer veel aandacht voor de weidevogels. Wat is het voorjaar zonder de karakteristieke roep van grutto, wulp, kievit of tureluur? Goed weidevogelbeheer dient aan verschillende voorwaarden te voldoen, waaronder een hoog waterpeil in het broedseizoen. Dat zorgt er voor dat voedsel als regenwormen in de bovenste grondlaag zitten. Bovendien groeit de vegetatie langzamer en wordt de kruidenrijkdom versterkt. Dat lokt op haar beurt weer meer insecten, dus voedsel.
Inmiddels is duidelijk dat een ander waterbeheer van doorslaggevend belang is om de sterke achteruitgang van het aantal weidevogels dat in Fryslân broed te keren. Wetterskip Fryslân is zich daarvan bewust en houdt, waar mogelijk, vaker peilbesluiten aan. Als It Fryske Gea zetten we alle zeilen bij om de terugloop van weidevogels een halt toe te roepen. Dat doen we beleids- en actiematig, maar ook in praktijk door waar mogelijk weidevogelgebieden in te richten dan wel aan te kopen. Bovendien doen we ons best om via samenwerking het nodige te realiseren.
FÛGELWEB. Zo zijn we met Vogelwacht Workum het project ‘Fûgelweb’ gestart. Hierbij pluizen we samen met het agrarisch natuurbeheercollectief, de gemeente en Staatsbosbeheer een groot gebied na op verbeterpunten voor weidevogelbeheer. Voorjaar 2019 leveren we deze verkenning op, waarmee overheden en grondeigenaren zich committeren aan het plan. De intensieve dialoog over optimalisatie, inrichting, predatie en beheer leidt tot meer wederzijds begrip en aandacht voor weidevogels.
KRAANVOGEL GEBOREN. In april werd de vijfjaarlijkse reewildtelling gehouden in Nationaal Park de Alde Feanen. Een hele uitdaging in een gebied van ruim 2700 hectare. De 25 vrijwilligers telden maar liefst 203 reeën, een record aantal. Vermeldenswaardig is ook de geboorte van een Kraanvogel op de Delleboersterheide. Niet alleen omdat dit voor de eerste keer is in dit natuurgebied, maar ook omdat het een signaal is dat het gebied aan natuurkwaliteit wint. Kraanvogels zijn namelijk erg kieskeurig en gedijen alleen bij rust en voldoende voedsel.
FLORA. In het verslagjaar werden ook ruim honderd exemplaren van de veenmosorchis gesignaleerd in Nationaal Park De Alde Feanen. Deze meerjarige plant, die behoort tot de orchideeënfamilie, staat op de Rode Lijst van planten genoteerd als zeer zeldzaam en sterk afgenomen.
Andere opvallende vondsten op Oost-Ameland waren die van bedreigde en zeldzame soorten als de groenknolorchis, de armbloemige waterbies, de parnassia en de dwergbloem. Op het Easterskar werden er in het verslagjaar zeldzame planten als heidekartelblad, waterscheerling en riviertandzaad aangetroffen. In de Lendevallei karteerden vrijwilligers onder meer het vrij zeldzame en kwetsbare eenarig wollegras, de grote pimpernel en de noordelijke waterlelie.
De omvangrijke aanwezigheid van de noordelijke waterlelie (Nymphaea candida) is uniek voor de Lendevallei. Het gaat waarschijnlijk om de grootste populatie van deze, recent onderscheiden, soort. De plant lijkt sterk op de witte waterlelie, maar verschilt in blad-, bloem- en stuifmeelkenmerken.

Lifeproject De Alde Feanen: schoon, bevaarbaar en rijk aan planten en dieren
In het hart van Fryslân ligt Nationaal Park De Alde Feanen. Met meer dan 2100 hectare een van de grootste moerasgebieden van West-Europa. Omdat er belangrijke planten en dieren voorkomen, zo broedt er bijvoorbeeld een zeearend, heeft het gebied de EU-status van Natura-2000 gebied. Dat schept ook verplichtingen en kansen. Zo wordt er sinds 2013, met Europese steun, gewerkt aan het verbeteren van de waterkwaliteit, natuurherstel en het vergroten van de bevaarbaarheid.
Helder water met waterplanten, vitale rietlanden en het vergroten van de aantrekkelijkheid van het gebied. Dat zijn de doelen van het project Booming Business, dat met bekostiging uit het Europese natuurfonds Life+ wordt uitgevoerd in De Alde Feanen. In 2019 volgen de laatste inrichtingsmaatregelen. De resultaten zijn anno 2018 al merkbaar en bemoedigend.
Zo is het troebele water veranderd in helder water. De kale waterbodem is omgevormd tot een riet- en lisdoddemoeras. Door het verwijderen van fosfaten (baggeren) is de waterkwaliteit en bevaarbaarheid verbeterd én groeien er weer veel waterplanten. Wat weer positieve effecten heeft op het voorkomen van verschillende diersoorten.
In 2019 volgen de laatste maatregelen waarin inrichtingsprojecten op de flanken van het moerasgebied naar de zandkop van Oudega centraal staan. De provincie Fryslân trekt dit project, onder auspiciën van de gebiedscommissie Alde Feanen.